Gebiedskompas
Karakter, Bijzonder kansen en opgaven
Gebiedskompas - Dijkenlandschap
Typering
Het open dijkenlandschap kwam door inpoldering tot stand. Opvallend element in dit gebied is de inversierug van de voormalige rivier de Oude Riet. Deze inversierug ontstond door de invloed van de Lauwerszee waarbij in de rivierbedding een laag zware klei werd afgezet. Buiten de oevers was een dikke laag veen ontstaan. Als gevolg van ontwatering klonk het veen in en daalde de bodem. De met klei opgevulde bedding van de Oude Riet werd hierdoor zichtbaar in het landschap en vormt hiermee de zogenaamde inversierug. Ook de ‘jonge kleipolders’ zijn gewonnen op het zeewater. Vanuit de hogere zandruggen en kwelderruggen wordt het land ontgonnen door de aanleg van dijken. De inpoldering vindt in etappes plaats.
Kenmerkend voor het dijkenlandschap is het stelsel aan dijken en zijlen. De zijlen zijn doorvoerpunten in de dijk waar het water van het ingepolderde land afwatert op eerst de zee en later het Lauwersmeer. Bij de zijlen liggen ook dorpen.
Ligging dijkenlandschap (bron: Libau)
Waarden
- Open landschap van zeekleipolders met een uitgebreid stelsel van oude dijken, voormalige dijktracés en uitwateringssluizen (zijlen).
- Meer besloten en deels dichtbebouwde zijldorpen bij de (voormalige zijlen).
- Verspreid liggende, soms monumentale boerderijen in het landelijk gebied.
- Opstrekkende verkaveling vanaf de (oude) dijken.
- Karakteristieke waterlopen.
- Inversierug langs de Oude Riet.
- Goede productieomstandigheden voor de landbouw.
- Stilte en duisternis.
- Historische beleving van de landaanwinning door bedijking.
- Fraaie vergezichten.
- Aantrekkelijk om te wandelen, fietsen en toertochten te maken.
- Cultuurhistorisch waardevol gebied.
Koers en keuzes
- Kijkend naar het Dijkenlandschap, valt allereerst de grootschalige landbouw op. De productieomstandigheden voor de agrarische sector zijn in dit gebied goed. De verdere ontwikkeling van de landbouw zullen we daarom faciliteren. Bij die verdere ontwikkeling denken we overigens breder en verder dan enkel schaalvergroting. Samen met de sector willen we in dit gebied graag vorm en inhoud geven aan de transformatie van de landbouw (richting een duurzame, natuurinclusieve sector) en werken aan het opbouwen van een regionale voedselinfrastructuur.
- Vanwege het goede toekomstperspectief voor de landbouw zijn we terughoudend met alternatieve functies in het landelijke gebied. In dit deelgebied zien we de landbouw daarom als een leidende functie.
- In dit gebied zien we een scherpe overgang tussen dorpen en het open landelijk gebied. Ook de agrarische erven liggen vaak als ‘groene eilanden’ in de ruimte. Dit zien wij als een onderscheidende kwaliteit. Bij ontwikkelingen vinden we landschappelijke inpassing daarom een belangrijk aandachtspunt.
- Dit gebied is interessant voor waterrecreatie en waterbeleving vanaf het land. We zien kansen voor het versterken van waterrecreatie en het realiseren van voorzieningen op en langs het water. En het beter beleefbaar maken van het verhaal van het water door middel van informatievoorziening, activiteiten (bv. bij gemaal De Waterwolf) of recreatieve routes (bv. over de dijken).
- Vanwege de goede bereikbaarheid zien we ook kansen voor middelgrote verblijfs- en/of dagrecreatieve ontwikkelingen (waaronder agri-toerisme).
- Ten noorden van Grijpskerk ligt de NAM-locatie, omringd door een fraai natuurpark, de Noorderriet. We zetten in op vergroting van de aantrekkelijkheid van de Noorderriet voor de omliggende dorpen, maar ook voor bezoekers van verder weg.
- Op de NAM-locatie zien we kansen voor grootschalige opwek van duurzame energie. De exacte invulling zal in samenspraak met de omgeving onderzocht moeten worden. Daarbij moet ook gekeken worden naar de manier waarop binnen de bestaande infrastructuur en bedrijfsvoering ruimte kan worden gebruikt voor een zonneveld. Voor het overige zien we in het Dijkenlandschap geen ruimte voor grootschalige zonneparken of windturbines hoger dan 15 meter.
- In de afgelopen 10 jaar zijn in dit deelgebied veel investeringen gedaan in de infrastructuur. Te noemen valt:
- de (partiele) verdubbeling van het spoor tussen Groningen en Leeuwarden;
- de oostelijke rondweg rond Zuidhorn;
- het opwaarderen van het Van Starkenborghkanaal tot goederenvervoer klasse 5a;
- het vervangen van een aantal bruggen over het Van Starkenborghkanaal;
- de verbreding van het fietspad langs de Friesestraatweg;
- de rondweg rond Aduard en de aanpassingen bij de aansluiting Nieuwklap.
Het spreekt voor zich dat we blij zijn met die inspanningen en investeringen. De bereikbaarheid van onze gemeente (en met name Zuidhorn) heeft een enorme boost gekregen. Ook verwachten we veel positieve effecten van de maatregelen die nog worden genomen om de doorstroming op de Friesestraatweg te verbeteren. Voor de toekomst willen we ons inzetten voor een verbetering van de noord-zuidverbinding. De huidige verbinding tussen het noordelijke deel van de gemeente en de A7 is ontoereikend, werkt sluipverkeer in de hand en is zeer onveilig door de combinatie van fietsers, auto’s en landbouwverkeer op de relatief smalle wegen. Wij willen dat op middellange termijn een verbinding met de A7 wordt gerealiseerd. Daarvoor zal een zorgvuldige procedure moeten worden gevolgd en zullen er (externe) middelen beschikbaar moeten komen.
- De Oude Riet is een cultuurhistorisch waardevolle inversierug. We steunen initiatieven om de Oude Riet beter zichtbaar, waarneembaar en beleefbaar te maken. Dit kan als een apart project worden opgepakt. Maar ook zien we koppelkansen met projecten als Groeningen, de Onlanden, Middag-Humsterland en Natuurontwikkeling en Waterberging Zuidelijk Westerkwartier.